Anna van Oosten schreef voor ons deze blog, tijdens haar eerste zwangerschap.

 
Zelf zwanger zijn en het vak van verloskundige beoefenen zijn twee verschillende dingen, dat heb ik inmiddels aan den lijve ondervonden. Als verloskundige weet ik klachten of vragen wetenschappelijk te onderbouwen. Zodra ik diezelfde klacht zelf ervaar, dan informeer ik toch even bij mijn verloskundige hoe dat zit.

Tot nu toe mag ik absoluut niet klagen, de zwangerschap verloopt ongecompliceerd. Ik vind het lastig om niet over mijn grenzen heen te gaan, daar leer ik wekelijks weer van. Soms neemt mijn omgeving aan dat ik nu een heel andere verloskundige zal zijn, ik zou de cliënten nu beter begrijpen. Natuurlijk zal ik op een manier een andere verloskundige worden, sommige gevoelens herken ik waarschijnlijk beter. Toch weet ik ook nog steeds niet hoe het is om vanaf week 16 al zoveel pijn aan je lijf te hebben, dat het huilen je nader staat dan het lachen. Natuurlijk kan ik mij daar wel iets bij voorstellen en op basis daarvan probeer ik de cliënt dan ook te begeleiden. Het kan dus voor mijn gevoel voor- en nadelen hebben om naast deskundige ook ervaringsdeskundige te zijn.

Als ‘ervaringsdeskundige’ heb ik mijzelf ook betrapt op wat acties die ik normaal niet adviseer aan cliënten. Neem bijvoorbeeld striae. Elk verloskunde boek vertelt dat striae, (zwangerschapsstriemen) niet voorkomen kunnen worden. Je hebt aanleg of niet. Maar onder het mom ‘baat het niet, dan schaadt het niet’, smeer ik dagelijks trouw mijn buik in met crème. Je weet maar nooit..

Ik probeer zo weinig mogelijk informatie op google te zoeken. De meeste blogs, forums en blaadjes spreken naar mijn idee niet altijd de waarheid. Dat is natuurlijk niet erg, maar mijn verloskundig hart kan dat niet altijd aan. Ik probeer daarom vooral onderbouwde informatie te zoeken. Waar ik aan het begin van de zwangerschap mee stoeide was mijn voeding. Wat mag je nu echt niet eten en wat zijn de uitzonderingen. En de grote vraag daarachter: waarom verandert dit advies elk jaar weer. Ik heb veel gehad aan het boek ‘Eet als een expert – Zwanger!’. In dit boek worden de risico’s van bepaalde producten goed beschreven en kon ik daarna zelf de afweging maken of ik dat wel of niet nam. Van sommige producten is het zo klaar als een klontje: rauw vlees eet je niet. Maar neem bijvoorbeeld koffie, waarom mag ik daar maar 1 kopje per dag van en wat zijn de risico’s als ik eens een dag zondig en er twee neem?

Ik ben in dezelfde val getrapt als veel zwangeren: ik wilde vroeg met de echo kijken ‘of het goed was’. Terugkijkend zou ik dit niet meer doen. Het gaf mij meer onzekerheid dan zekerheid. Het nadeel is dat ik elke dag naast het echoapparaat zit en bij 7+3 weken kon ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. Vriendlief werd opgetrommeld en we gingen even kijken. Maar de groei bleek meer dan een week achter te liggen, er was trage hartactie te zien. Dit beeld paste absoluut niet bij wat we nu moesten zien. Dit kan niet goedgaan, dacht ik. Twee weken lang heb ik in onzekerheid gezeten, terwijl daar lichamelijk gezien geen aanleiding voor was. De volgende echo bij 9 weken was gelukkig goed, de baby was mooi doorgegroeid. Conclusie: echo biedt vroeg in de zwangerschap geen zekerheid. We kunnen vaak weinig zeggen wat de gevolgen zijn van de bevindingen en daardoor iemand niet geruststellen. Het is afwachten hoe de natuur het proces laat verlopen, meer kunnen we niet doen.

Vergelijkbare berichten